Cookies

We gebruiken cookies om je de beste ervaring op onze website te bieden. Je kunt meer informatie vinden over welke cookies we gebruiken of deze uitschakelen in de instellingen. - Bekijk cookie instellingen

Ga naar inhoud

Er zijn steeds meer uitbraken van mazelen in Europa. Heb je vragen of wil je meer informatie over mazelen of de vaccinatie tegen deze ernstige infectieziekte?

Lees meer
Homepage 5 tips voor het schrijven van een Sinterklaasgedicht

5 tips voor het schrijven van een Sinterklaasgedicht

Met een gedicht voor Sinterklaas heb je dé kans om iemand in het zonnetje te zetten. Je doet er je best op en stopt er veel energie in. Als je gedicht dan verkeerd wordt voorgelezen, is dat natuurlijk jammer. Met deze tips help je de lezer van het gedicht en zorg je dat de boodschap van Sinterklaas goed aankomt!

Bekijk ook: tips voor een mooie surprise.

Tip 1: Kies je onderwerp(en)

Veel mensen beginnen meteen met schrijven. Het gevaar is dan dat het gedicht een rommeltje wordt. ‘O ja, dit moet er óók nog bij!’ Het is handiger eerst op een rijtje te zetten waar het gedicht over moet gaan. Wil je een leuke anekdote van het afgelopen jaar vertellen? De gebeurtenissen per maand bespreken? Of misschien leuke en minder leuke gewoonten van de lezer opsommen? Want inderdaad: in een gedicht van Sinterklaas kun je best een beetje plagen. Houd daarbij een goede balans tussen complimenten en grappen: het moet wel leuk blijven!

Tip 2: Geef structuur

Weet je waar het gedicht over moet gaan? Verdeel het verhaal dan in coupletten, bijvoorbeeld van elk 4 regels. Zo geef je de lezer overzicht en structuur en gaat het voorlezen gemakkelijk. Ook met een helder rijmschema maak je duidelijk hoe het gedicht in elkaar zit. Met AABB of ABAB houd je het lekker simpel, maar iets ingewikkelder kan ook. Het rijmschema ABCB ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Jij kan zo heerlijk lachen,

daarvan wordt iedereen blij.

En dan zeg ik met grote trots:

dat is er één van mij!

Zorg hoe dan ook dat je het niet te moeilijk maakt voor je lezer. Zo komt je gedicht het best uit de verf.

Tip 3: Schrijf ‘lekker’ en logisch

Zorg voor een fijn ritme in je zinnen. Je hoort dit als je hardop leest: de zin ‘loopt’ dan wel of juist niet lekker. Loopt de zin niet goed? Kies dan een woord met meer of minder lettergrepen, zet een extra woord in de zin of laat er juist eentje weg.

Bijvoorbeeld:

Midden in dat uitgestrekte gras,

lag een plas

klinkt minder fijn dan:

Midden in dat uitgestrekte gras,

lag een diepe en modderige plas

Tip 4: Geef je Sinterklaasgedicht een kop en een staart

Kom in de laatste regels terug op de eerste regels van het gedicht. Zo eindigt je gedicht met een verwijzing naar het begin en is de cirkel mooi rond.

Tip 5: Dag hanenpoten!

Een prachtig gedicht in een onleesbaar handschrift? Dat is natuurlijk zonde. Kies daarom een goed leesbaar lettertype en print je gedicht op een mooi, stevig papier.

Kijk voor meer inspiratie op onze Sinterklaas themapagina.