Groente en fruit
Puber 13 t/m 16
In groente en fruit zitten vitamines, mineralen en vezels. Het is daarom belangrijk dat je puber dit elke dag binnenkrijgt.
In boerenkool en broccoli zit bijvoorbeeld veel vitamine C en in spinazie veel vitamine B11 (foliumzuur). Iedere soort groente en fruit levert weer andere hoeveelheden voedingsstoffen. Daarom is het goed om je kind elke dag groente en fruit te laten eten, en het is nog beter als je daar variatie in brengt! Bijkomend voordeel: variatie verveelt nooit.
Tips
- Niet elk kind houdt van groente en fruit. Sommige pubers zijn behoorlijk lastige eters. De volgende tips kunnen helpen om groente en fruit lekkerder te maken voor je kind.
- Aardbeien, appels, avocado, peren, bananen en tomaten smaken heel goed op brood of op een beschuitje.
- Zorg dat er na schooltijd wat gezonds te snacken klaar staat. Stukjes wortel, snoeptomaatjes, plakjes komkommer of reepjes paprika, zo voor het pakken, en een goed gevulde fruitschaal.
- Maak je lasagne, pasta of soep? Rasp dan een hele courgette en/of andere groente als tomaten, champignons, aubergine, paprika wortel en doe die door de saus. Daar zie je bijna niets van terug en zorgt zo onopgemerkt voor een extra portie groente.
- Er zijn speciale kookboeken voor kinderen en pubers, maar ook websites en apps (bijvoorbeeld Slim Koken van het Voedingscentrum) waar veel leuke recepten op staan.
- Praat met je puber over het maken van gezonde keuzes in plaats van of naast snoep en vette snacks.
